Dementie en het sociaal domein ‘Meer welzijn, minder zorg’
Dementie is een belangrijk volksgezondheidsprobleem. In de eerste plaats impact op mensen met dementie zelf, maar ook op hun sociale omgeving. In gesprek met Janny Bakker-Klein, voorzitter Raad van Bestuur van Movisie, hét kennisinstituut voor het sociale domein, over de opgave voor het sociaal domein bij dementie. Movisie is een van de consortiumpartners van het praktijkverbeterprogramma Dementiezorg voor Elkaar, onderdeel van het Deltaplan Dementie.
Wat is de inzet van Movisie bij dementie?
‘Dementie is een ziekte die impact heeft op alle levensterreinen. Er is veel aandacht voor oplossingen in de zorg. Maar dementie is meer dan een diagnose; het gaat ook om het sociale leven van mensen. Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? De meeste mensen willen en kunnen prima langer thuis wonen. Passende ondersteuning is hierbij van cruciaal belang voor mensen met dementie én hun naasten.’
‘Het welzijnswerk kan veel betekenen voor mensen met dementie en hun naasten. Er wordt vanuit de zorg veel ingevuld wat goed zou zijn voor de dementerende en zijn of haar naaste. Het welzijnswerk kijkt naar het gezin en het hele systeem. In de meeste gevallen wonen mensen met dementie tot hun dood thuis, en dat kan heel goed gaan.’
Heb je daar een voorbeeld van?
‘Als wethouder sociaal domein in Huizen had ik veel met deze kwestie te maken. Zo hoorde ik van een man die alleen woonde. Hij had een hekel aan bezoek, hij vond het gewoon niet erg om alleen te zijn. Hij begon te dementeren en hij viel vaak. Daardoor vond men het beter dat hij in een verpleeghuis zou worden opgenomen. Zijn kinderen gaven aan: pa gaat daar heel ongelukkig van worden. Hij vindt het fijn om alleen te zijn. Het risico is dat hij valt, maar dat doet hij in een verpleeghuis ook. Daar wordt hij misschien eerder opgeraapt, maar weegt dat op tegen zijn levensgeluk? Toen hebben zij met elkaar afgesproken dat de huisarts een keer per week langs zou komen, de kinderen elke dag en de wijkverpleging twee maal per dag. En met elkaar accepteerden ze dat hij tussentijds alleen was en dat er dus iets mis zou kunnen gaan. Dit is echt een welzijnsoplossing. Als je vanuit de zorg redeneert, had hij naar het verpleeghuis gemoeten. We moeten leren niet primair vanuit de zorg te denken, maar vanuit het welzijn van mensen.
Pleit je voor meer welzijn en minder zorg?
‘Mijns inziens moeten professionals nog veel meer inzetten op zingeving en gaan doen wat voor mensen werkelijk van betekenis is. Mensen met dementie zijn meer dan objecten van zorg; het zijn mensen met een unieke persoonlijkheid en een uniek levensverhaal. Het is een rol van het sociaal werk om te zorgen dat mensen met dementie zo lang mogelijk weerbaar blijven en dat er een goed steunsysteem om hen heen is. Als er aanvulling nodig is, kan dat zorg zijn, maar dat hoeft in mijn ogen niet.’
‘Movisie is hét kennisinstituut voor het sociaal domein. Ik vind dat we samen met Sociaal Werk Nederland het sociaal werk, ook als het om dementie gaat, steviger moeten positioneren. Bij mensen met dementie die thuiswonen moet het sociaal werk een grotere en belangrijke rol spelen!’
Pakjes suiker
‘Een vriend van mij kreeg ook dementie. Zijn vrouw bracht hem vaak overal naar toe en maskeerde, zeker in het begin, de ziekte. Toen zijn vrouw onverwacht in het ziekenhuis werd opgenomen, regelde de huisarts een plek in het verpleeghuis. Fijn, zou je denken. Maar meneer moest daarvoor wel Huizen uit. In Huizen hadden we echter een regeling om mensen van wie de mantelzorger tijdelijke uitvalt in de eigen woonplaats op te vangen, want iemand verplaatsen brengt veel ellende met zich mee. Met mensen met dementie wordt soms omgegaan alsof het pakjes suiker zijn, die van A naar B worden verplaatst. Ik belde de betreffende huisarts op, ook omdat ik als wethouder wist dat er plek was in Huizen in een verpleeghuis. De huisarts zei: ‘Waar bemoeit u zich mee?’ ‘Nou, met het welzijn van onze inwoners. Als gemeente zijn we daar verantwoordelijk voor.’ ‘Nou,’ zei de huisarts ‘ik heb een plek geregeld, dat was al ingewikkeld genoeg, nu moet je ophouden.’ Dat is toch ongelofelijk! Wat mij betreft kijken we naar wat er nodig is, wat het beste voor deze meneer is. Niet vanuit zorg denken, maar vanuit de mens. Deze meneer wilde graag in Huizen blijven, dicht bij huis. Uiteindelijk hebben we het dichtbij huis geregeld en dat was zowel voor hemzelf als voor de mantelzorger een prettige oplossing’.
Welke opgaaf is er voor gemeenten?
Janny: ‘Ik zei het net al: meer welzijn, minder zorg. Dat betekent dat je als gemeente initiatieven zoals een geheugenhuis of maatjesprojecten die naasten ontlasten, mogelijk maakt. Kijk als gemeente ook naar het aanbieden en stimuleren van het gebruik van hulpmiddelen. Hulpmiddelen kunnen er voor zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen. Verder is het verstrekken van informatie belangrijk. Mantelzorgers komen zelden voor zichzelf bij de balie. Daarom hebben we in Huizen de medewerkers getraind om door te vragen. Wat is er voor hen nodig? Dat is niet altijd hetzelfde als datgene wat er vanuit de zorg wordt aangegeven. Daarnaast denk ik ook aan de dementievriendelijke beweging. Hoe ga je om met mensen met dementie in de winkel, in de wijk, achter de balie? Het herkennen van dementie en daar respectvol mee omgaan in de gemeenschap, dat is iets wat de gemeente kan bevorderen. Het gaat bij mensen met dementie en hun naasten vaak om gewone dingen: even een plakje worst bij de slager halen, op zaterdag over de markt te lopen of het maken van een wandeling door het park. Dat mogelijk maken is onze opdracht.’
0 reacties