Frieda de Pater: ‘De meeste ouderen willen hun talenten ontwikkelen en een zinvolle rol spelen in hun directe omgeving’
In een idyllisch hofje achter een statig pand aan de Amsterdamse Herengracht spreken we met Frieda de Pater, directeur van Stichting RCOAK. Dit vermogensfonds ondersteunt projecten die de kwaliteit van leven van ouderen verbetert. De stichting focust daarbij onder andere op initiatieven die ervoor zorgen dat zoveel mogelijk ouderen actief én passief kunnen genieten van kunst. En laat dat nou net een speerpunt van het Deltaplan Dementie zijn voor de komende jaren.
RCOAK – de afkorting staat voor Roomsch Catholijk Oude Armen Kantoor – ontstond ruim vierhonderd jaar geleden als een katholiek fonds voor weeskinderen, armen en ouderen. Anno 2018 wordt het geld besteed aan zowel armoedebestrijding in Amsterdam als aan projecten voor ouderen (waaronder mensen met dementie) in heel Nederland. Kunst loopt als een rode draad door veel van de initiatieven die Stichting RCOAK ondersteunt. Aansprekende voorbeelden zijn Onvergetelijk (speciale rondleidingen door Nederlandse musea voor mensen met dementie en hun dierbaren), Diva Dichtbij (intieme zangoptredens voor mensen die door ziekte of een beperking niet meer zelf naar het theater kunnen) en Theater Veder (contact maken met mensen met dementie door middel van theater, muziek en poëzie). Eén van de initiatieven die er voor De Pater uitspringt, is de Lochemse speelfilm ‘Droomoord’, die met alleen maar hoogbejaarde acteurs gemaakt. ‘Eén van de acteurs had dementie en vertolkte in de film de rol van bankdirecteur. Hij vond het zó fijn dat hij voor even in de huid van iemand anders kon kruipen. En dat is precies waar het ons om gaat: mensen met dementie zijn niet hun ziekte, zij zijn ook iemand die zingt in een koor, iemand die schildert of iemand die acteert in een speelfilm.’
Rustige oude dag?
Volgens De Pater heeft er in de afgelopen decennia een enorme verandering plaatsgevonden in de ouderenzorg en de manier waarop er over ouderen wordt gedacht. ‘Vroeger woonden kwetsbare ouderen veelal niet thuis, maar in een zorginstelling. Het activiteitenaanbod was er vaak groot: van bloemschikken en bingo tot kerstkaarten maken en luisteren naar liedjes uit de oude doos. Met als onderliggende idee dat ouderen na een druk leven hun laatste jaren in alle rust moesten kunnen doorbrengen, onderbroken met leuke activiteiten. Het ging om ‘tijdverdrijf’.’ De laatste vijftien jaar is de werkwijze steeds meer vraaggestuurd geworden, met de nadruk op aansluiting bij iemands oude levensstijl. Dit leidde bijvoorbeeld tot de opkomst van kleinschalig wonen, waar Stichting RCOAK een flinke bijdrage aan leverde. De meest recente verandering is volgens De Pater onder andere ingezet door het programma Lang Leve Kunst, waarvan het fonds samen met Fonds Sluyterman van Loo (een vermogensfonds waarmee RCOAK al ruim vijftien jaar nauw samenwerkt) initiatiefnemer was. Met dit programma is cultuurparticipatie onder ouderen gestimuleerd. ‘Uit een analyse van de resultaten komt naar voren dat de meeste ouderen helemaal geen ‘rustige oude dag’ en ‘activiteiten als tijdverdrijf’ willen. Ze willen zich ontplooien, hun talenten ontwikkelen, serieus genomen worden en iets voor een ander betekenen. Veel van de projecten die wij ondersteunen, sluiten hier perfect op aan: ze bieden ouderen vaak een nieuwe ervaring die helemaal niet aansluit bij de oude levensstijl. Juist daarin zit de meerwaarde. Dat was voor ons verrassend.’
Eigenwaarde en zingeving
Het harde wetenschappelijke bewijs voor de invloed van culturele interventies op het welzijn van kwetsbare mensen ontbreekt nog. Stichting RCOAK wil in samenwerking met Fonds Sluyterman van Loo, ZonMw en het Deltaplan Dementie proberen het effect op een wetenschappelijke manier inzichtelijk te maken en daarbij te zoeken naar passende vormen van bewijsvoering. Hierbij ligt de focus onder andere op zorggerelateerde winst. ‘Brengt iemand met dementie die in een ouderenkoor zingt bijvoorbeeld minder vaak een bezoek aan de dokter? Of kan dit onbegrepen probleemgedrag bij dementie verminderen? Want dat is natuurlijk waar het écht om gaat: je moet vooral kijken naar wat samen zingen in een koor of een rondleiding door een museum betekent voor de mensen zelf en hun gevoel van eigenwaarde en zingeving. Kwetsbare ouderen, zoals mensen met dementie, willen graag onderdeel blijven uitmaken van de samenleving. En daar hoort het genieten van of het meedoen aan kunstzinnige activiteiten wat ons betreft gewoon bij’, zegt De Pater. ‘In die zin zou nader onderzoek eigenlijk overbodig moeten zijn. Als wij een bioscoop of theater bezoeken wordt het effect op ons welbevinden ook niet onderzocht. Het hoort bij het gewone leven.’
Steun bij elkaar
Het vermogensfonds omarmt de sociale benadering bij dementie van Anne-Mei The, hoogleraar Langdurige Zorg en Dementie. De Pater: ‘Juist in de fase na de diagnose hebben mensen met dementie en hun naasten goede psychologische en sociale ondersteuning nodig. Dat kan het omgaan met dementie in het dagelijks leven veel draaglijker en betekenisvoller maken.’ De omgeving speelt daarbij ook een belangrijke rol. De Pater: ‘In tegenstelling tot vroeger worden mensen oud in hun eigen wijk. Maar veel van de verbanden die daar van oudsher bestaan, zoals kerken, zijn in de afgelopen decennia losser geworden. Dit zorgt onder andere voor meer eenzaamheid onder kwetsbare doelgroepen, waaronder alleenstaande ouderen met dementie. Samen met Fonds Sluyterman van Loo richten wij ons op het steunen en stimuleren van initiatieven die ervoor zorgen dat ouderen elkaar meer gaan opzoeken in de wijk. Een mooi voorbeeld is het ‘Bakkie in de Buurt’ in Friesland: oudere buurtgenoten drinken samen een kop koffie en gaan met elkaar in gesprek over allerlei thema’s. Omdat ze elkaar door deze bijeenkomsten beter leren kennen, is de hoop dat zij ook op andere momenten steun bij elkaar gaan zoeken.’
0 reacties