Jan Vuister, directeur Geriant ‘Dementiezorg: één beleid, één budget’
Zorginstelling Geriant is lid van het Deltaplan Dementie. Sinds december is directeur Jan Vuister ook bestuurslid van het Deltaplan Dementie. Hij wil op de barricaden voor meer geld voor onderzoek naar dementie en pleit voor één zorgbeleid. ‘Ik ben niet iemand die aan de zijlijn gaat staan. In het concretiseren van onze plannen, kies ik voor kleur en scherpte.’
Zijn interesse voor de oudere generatie werd gewekt toen hij als klinisch psycholoog eind jaren zeventig interviews hield met ouderen. Tien gesprekken voerde hij en ‘de schellen vielen van zijn ogen’. “Ik ontdekte dat de verschillen tussen mensen alleen maar groter worden naarmate ze ouder worden. Dat verraste me. Het was het begin van mijn keuze voor ouderen. Ik heb een fiks aantal jaren gewerkt in de wereld van de GGZ en verpleeg- en verzorgingshuizen. Daar heb ik gezien dat dementie een grote ziekte is met een enorme impact, en hoe wij daar als samenleving naar kijken. We geven het niet de aandacht die het verdient. Het zegt iets over hoe we ouderen in Nederland zien. Dementie is een tamelijk ernstige psychische ziekte. Als het 16-jarige meisjes betrof, zouden we er heel anders mee omgaan.”
Één beleid, één budget
Dementie is vooralsnog niet te genezen, maar dat betekent niet dat je niet zou kunnen behandelen. “Die ‘ongeneeslijkheid’ is wellicht wat sommigen defaitistisch maakt”, vermoedt Vuister. “Maar je kunt dementie vergelijken met ziektes als diabetes, reuma of schizofrenie. Allemaal ziekten die we ook niet echt kunnen genezen. In die gevallen vinden we het heel gewoon dat we mensen behandelen.” Bij dementie kan de behandeling ervan heel effectief zijn, gelooft hij. “In de dagelijkse zorg moeten we dan kijken naar juist de gevolgen van de ziekte. Wat richt het aan in iemands leven, wat betekent het voor de mensen er omheen?” De nieuwe lijn, waarin mensen langer thuis moeten blijven wonen, is geen slechte ontwikkeling, vindt Vuister. “Dat mensen thuis kunnen blijven op een manier die ze zelf prettig vinden, is menswaardig, en kosteneffectief. Maar daarvoor is het wel heel belangrijk dat er voldoende thuiszorg is, en er één beleid komt. Met vaste voorwaarden voor alle betrokken organisaties. In mijn dagelijks werk als directeur van een zorginstelling, specifiek gericht op dementie, kon ik tot voor kort met één contract iemands zorg regelen. Met alle verzekeraars en sinds 1 januari alle gemeenten erbij, zijn dat er 31. En die hebben allemaal andere voorwaarden, die elkaar ook nog eens onderling tegenspreken. Daar ben ik faliekant tegen. Ik vind: één beleid, één budget, dan breng je de hulp aan mensen met dementie echt vooruit.”
Focus en geld
Hij zet zich graag in voor het Deltaplan Dementie, juist omdat hij zoveel kennis heeft opgedaan in de dagelijkse zorgpraktijk. “Het interessante van het Deltaplan Dementie is de focus op de grote groep mensen met dementie. Een groep die ik al te goed ken, en waarvan de maatschappelijke impact echt heel groot is. Daarvoor wil ik op de lange termijn ook graag iets betekenen. Focus en geld kunnen zorgen voor verandering. Dat heb ik gezien in mijn eigen organisatie, waar we aan de wieg hebben gestaan van het casemanagement. Dat concept hebben we succesvol kunnen ontwikkelen, omdat we er de volledige aandacht op hadden gericht. Een ander inspirerend voorbeeld vind ik de Zorgstandaard Dementie, die er is gekomen. Natuurlijk mag je daar best wat op aan te merken hebben. Maar hij is er nu wel.”
Concrete stappen
Alle neuzen dezelfde kant op, met voldoende budget en een krachtig gezamenlijk beleid. Dan kun je straks oogsten. Zo ziet hij het voor zich met het Deltaplan Dementie. “Werken aan een oplossing voor dementie is geen solistenwerk. We mogen blij zijn als we de toekomstige groei van mensen met dementie het hoofd kunnen bieden.” Om dat te bereiken, gelooft Vuister, moeten we nú onze stem laten horen. “Allianties sluiten en verbinding zoeken met elkaar: onderzoekers, financiers, kennisinstituten. Anders missen we de boot. Het belang van een Nationaal Register moet duidelijk worden, in wetenschappelijk onderzoek moeten we durven uitspreken waar we vinden dat de nadruk op moet komen te liggen en we moeten ons uitspreken over geluiden uit de dagelijkse zorgpraktijk, zoals de behoefte aan een helder overkoepelend beleid. In deze ambities ben ik niet iemand die aan de zijlijn blijft staan. Ik wil concrete stappen zetten, het spel spelen. In die ambitie kies ik voor kleur en scherpte.”
Lees ook:
interview met Gea Broekema, Alzheimer Nederland
interview met Pauline Meurs, voorzitter Deltaplan Dementie
interview met Rien Nagel, lid raad van bestuur Rabobank. Waarom Rabobank lid werd van het Deltaplan Dementie
0 reacties