Marcel Olde Rikkert: ‘Het is aan ons om het Deltaplan Dementie allure te geven’
Onlangs sloot het Radboudumc Nijmegen zich aan bij het Deltaplan Dementie. Prof. dr. Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie bij het Radboud Alzheimercentrum Nijmegen, vertegenwoordigt het Radboudumc in de coöperatie. ‘Het Deltaplan Dementie is nodig, omdat Nederland anders verzuipt. Door onze energie en vindingrijkheid bij elkaar te brengen kunnen we tot de juiste ‘deltawerken’ komen: effectieve en toekomstbestendige oplossingen voor mensen met dementie en hun mantelzorgers.’
De kracht van het Radboudumc en het Radboud Alzheimercentrum Nijmegen ligt op het vlak van complexe, niet-medicamenteuze zorginterventies en -innovaties bij ouderen met en zonder cognitieve problemen. ‘We proberen de ontwikkelingen van morgen toe te passen in de zorg van nu. Dit doen we door verschillende disciplines met elkaar te verbinden, waaronder geriatrie, eerstelijns geneeskunde, IQ Healthcare (kwaliteitsverbetering binnen de zorg) en neuropsychiatrie. Dit leidt tot onderscheidende zorgconcepten die we, wanneer ze effectief zijn en meerwaarde hebben, implementeren in de praktijk.’ Olde Rikkert noemt ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, het innovatieve zorgpad voor de begeleiding van de patiënt tijdens en na het diagnosetraject, en de instuctiemethode foutloos leren bij dementie als mooie voorbeelden. Een ander stokpaardje is DementieNet: lokale netwerken van eerstelijns zorgprofessionals, die samen zorg aan dementiepatiënten bieden. Dankzij het netwerk krijgen mensen met dementie en hun mantelzorgers snel toegang tot de benodigde zorg, zowel basis- als specialistische zorg. Bovendien stelt het ze in staat om zelf, samen met professionals, belangrijke beslissingen te nemen.
Beter gidsen
Volgens de hoogleraar is en blijft het een uitdaging om mensen met cognitieve problemen op een passende manier gebruik te laten maken van de voorzieningen die er al zijn. ‘Er zijn al veel sterke initiatieven ontwikkeld, maar het gaat uiteindelijk ook om het verbeteren van de effectiviteit en doelmatigheid van deze interventies: hoe kunnen we het beter doen, maar ook efficiënter?’ Het Radboudumc wil en kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren binnen het Deltaplan Dementie. ‘We dragen niet alleen bij op het gebied van onderzoek, maar denken ook graag mee over de ontwikkeling en inrichting van de zorg. Het is te gemakkelijk gedacht om één interventie aan te bieden aan alle mensen met dementie, laat staan het met één medicijn te willen behandelen. Het is mijn missie om op basis van onderzoek en innovatie mensen beter te gidsen in het ouder worden met cognitieve stoornissen. Ik beschouw de digitalisering van onze omgeving daarbij als de grootste hulp, maar ook de grootste uitdaging richting de toekomst. Enerzijds biedt het tal van nieuwe mogelijkheden voor de communicatie tussen patiënt en hulpverlener, anderzijds maakt het onze samenleving complexer. Vooral voor mensen met dementie. Daarom moeten we op een goede manier bepaalde elementen van de digitalisering benutten, ten dienste van mensen met cognitieve problemen. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de inzet van informatietechnologie het contact tussen arts en patiënt nooit kan vervangen.’
Ruimte voor verbetering
Olde Rikkert is van mening dat oplossingen alleen zinvol zijn als er maatschappelijk draagvlak voor is. ‘Dat is ook de legitimatie van het Deltaplan Dementie: het is nodig, omdat Nederland anders verzuipt. Veel mensen tussen de vijftig en zeventig jaar zijn nog vitaal, maar zien op tegen de volgende levensfase. De angst voor dementie is groot en de vragen over de ziekte zijn talrijk. We moeten proberen onze energie en vindingrijkheid bij elkaar te brengen om effectieve en toekomstbestendige oplossingen – ‘deltawerken’ – te bedenken. Wij moeten alleen wel helpen de ouderen zélf de helft van de dijken te laten leggen.’ Een te vergaande medicalisering van dementie leidt volgens Olde Rikkert juist tot een te afwachtende houding; het tegenovergestelde van de gewenste activering van de samenleving. Wat moet er volgens hem dan gebeuren? ‘Er is nog veel ruimte voor verbetering op het gebied van preventie, zoals voorlichting over een healthy brain. Veel mensen weten niet dat ze onder andere door meer lichaamsbeweging, het vermijden (van een overmaat aan) genotsmiddelen en gezonde voeding zelf kunnen bijdragen aan gezonde hersenveroudering.’ Ook de dementievriendelijke samenleving draagt volgens Olde Rikkert bij aan activering. ‘Dementievriendelijke initiatieven zorgen ervoor dat mensen met dementie kunnen blijven meedoen. Ik zie jonge gepensioneerden als een groep die hier veel in zou kunnen betekenen. Het is aan ons om ze daarin te faciliteren. We moeten toe naar kleine, lokale netwerken dichtbij en tussen generaties. Netwerken die elkaar structuur en steun bieden, zoals je bijvoorbeeld ziet in wijken en straten op het gebied van duurzaamheid.’
Deltawerken met allure
‘Het zou heel mooi zijn als het Deltaplan Dementie op wetenschappelijk vlak leidt tot innovatie. Daarvoor is het belangrijk om af te stappen van de bestaande paradigma’s en andere, meer risicovolle hypotheses te onderzoeken, langs andere wegen dan traditionele Randomized Controlled Trials (onderzoek waarbij wordt geprobeerd de vraag te beantwoorden of een bepaalde interventie werkzaam of zinvol is). Idealiter gebeurt dit interdisciplinar, zodat er meer verbondenheid is om nieuwe routes te verkennen.’ De hoogleraar ziet meer patiëntenparticipatie als een belangrijk speerpunt binnen het onderzoeksprogramma Memorabel. ‘Mensen met dementie en hun mantelzorgers moeten blijven meedenken over het onderzoek dat wij doen. Dankzij deze input kunnen wij de maatschappelijke relevantie van ons werk verder versterken.’ Op maatschappelijk vlak hoopt Olde Rikkert op nieuwe zorg- en welzijnsinitiatieven, naast het traditionele aanbod. ‘Door kleinschalige initiatieven te laten groeien en de zorg dichter bij mensen te regelen, zorgen we ervoor dat zij langer thuis kunnen wonen en kwaliteit van leven behouden. Maar daar is tijd voor nodig. Dat is niet van vandaag op morgen geregeld.’ Samenvattend ziet Olde Rikkert het Deltaplan Dementie als een belangrijk forum om gezamenlijk met een overstijgende agenda bezig te zijn. ‘Het is aan ons om het de allure van echte deltawerken te geven. Daarom moeten wij onze schouders eronder zetten, elkaar inspireren, verbindend zijn en nieuwe ideeën durven omarmen.’
Lees ook:
artikel n.a.v. ondertekening lidmaatschap door Patricia Can, adjunct directeur Pharos
interview met Henk Smid, directeur ZonMw
interview met John van Swieten, neuroloog en hoogleraar genetica
interview met Marijke Vos, voorzitter Deltaplan Dementie
interview met Erik-Jan Wilhelm, directeur Care Zorginkoop Zilveren Kruis (Achmea)
interview met Johan Lettink, TinZ
interview met Else Bos, PGGM
interview met Ruud Dirkse, directeur DAZ
interview met Jan Vuister, directeur Geriant
interview met Gea Broekema, directeur Alzheimer Nederland
interview met Pauline Meurs, oud-voorzitter Deltaplan Dementie
interview met Rien Nagel, lid raad van bestuur Rabobank
0 reacties