Prof. dr. Erik Scherder: ‘Wij onderzoeken hoe we slim kunnen bewegen om onze kans op dementie te verkleinen’
Bewegen is goed voor ons brein. Zo blijkt uit verschillende bevolkingsonderzoeken dat mensen die veel bewegen, minder kans hebben op het ontwikkelen van dementie. Kunnen we deze kennis ook gebruiken om mensen met een hoog risico op dementie te beschermen? Een consortium van Nederlandse onderzoekers, onder leiding van hoogleraar klinische neuropsychologie prof. dr. Erik Scherder van de Vrije Universiteit (VU), gaat dat uitzoeken.
Om ervoor te zorgen dat het brein van ouderen niet ‘indut’, is het belangrijk om te weten wat een goede manier is voor mensen met én zonder dementie om het brein actief te houden. Onderzoekers uit Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Amsterdam bestuderen het effect van (in)activiteit bij muizen, bij ouderen met en zonder een verhoogd genetisch risico op dementie en bij ouderen met beginnende dementie. Uiteindelijk moet dit leiden tot goede beweegadviezen die lichaam en geest actief houden.
Centraal in dit onderzoek staan dragers van apolipoproteine E4 (APOEe4), een eiwit dat betrokken is bij de cholesterol-stofwisseling. Zij hebben daardoor 50% meer kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer. ‘Wij vermoeden dat dragers van het APOEe4-eiwit inactiever zijn dan niet-dragers’, vertelt projectleider prof. dr. Erik Scherder. ‘Denk bij inactiviteit bijvoorbeeld aan minder spierkracht in de benen, waardoor lopen minder vlot gaat. Dit zou een aanleiding kunnen zijn om minder te bewegen en dus meer tijd zittend door te brengen. En we weten inmiddels dat te weinig bewegen het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer verhoogt.’ Scherder vertelt dat het wetenschappelijke bewijs voor de inactiviteit van APOEe4-dragers echter nog mager is. De resultaten van dit onderzoek kunnen daarom erg belangrijk zijn, met name vanuit preventief oogpunt.
Kruisbestuiving
Voor de onderzoekers is het noodzakelijk dat er 1.500 mensen meedoen aan de studie. ‘Alleen dan kunnen wij voldoende kunnen aantonen of de beweegprogramma’s daadwerkelijk effectief zijn. Slechts 14% van deze groep is drager van het APOEe4-eiwit en daarvan loopt de helft extra risico op het ontwikkelen van dementie’, vertelt Scherder.’ Het werven van deelnemers blijkt een uitdaging. ‘Tijdens één van de bijeenkomsten die ZonMw organiseerde voor projectleiders van Memorabel-onderzoeken, uitte ik mijn zorgen over hoe wij aan 1.500 deelnemers voor dit onderzoek moesten komen. Prof. dr. Van Duijn, een collega van het Erasmus MC in Rotterdam, vertelde mij toen dat er in een bepaalde plaats in Nederland relatief veel mensen wonen die drager zijn van het APOEe4-eiwit. Voor ons was dit een gouden greep en zo ontstond een mooie, nieuwe samenwerking. Deze kruisbestuiving tussen onderzoekers is fantastisch.’
Unieke combinatie
Om het effect van beweegprogramma’s te kunnen onderzoeken, doen tweehonderd ouderen mee het verschillende beweegprogramma’s. In de loop van 2016 starten honderd ouderen met een inactieve leefstijl met het COACH-programma. Dit is een wetenschappelijk onderbouwde methode om lichamelijk actiever te worden. Beweegcoaches adviseren de deelnemers hoe zij een actievere levensstijl kunnen aannemen in het dagelijkse leven. Ook worden ze via ICT-toepassingen (zoals nieuwe smartphone-apps) gestimuleerd om vijf dagen per week minimaal een half uur per dag te bewegen. De andere helft doet lichte rek- en strekoefeningen. Vervolgens wordt voor beide groepen onderzocht of de programma’s leiden tot verbetering van lichamelijke functies, het denkvermogen en de algemene gezondheid. ‘Als blijkt dat deze interventie niet succesvol is bij dragers van het APOEe4-eiwit, dan betekent dit dat het eiwit het positieve effect van beweging tegenhoudt’, aldus Scherder. Parallel aan dit praktijkgerichte onderzoek, bekijken onderzoekspartners in Groningen het effect van inactiviteit op het brein van muizen. Een dergelijk onderzoek is nog nooit uitgevoerd, omdat het bij mensen niet mogelijk is om het effect van geforceerde inactiviteit te onderzoeken. De resultaten van deze studie maken duidelijk welke hersenprocessen het meest gevoelig zijn voor inactiviteit. Deze uitkomsten zijn relevant voor mensen, omdat breinmechanismen tussen muis en mens niet verschillen. ‘De combinatie tussen praktijkgericht onderzoek in de vorm van bewegingsprogramma’s en fundamenteel onderzoek naar hersenprocessen bij muizen maakt deze studie uniek’, vertelt Scherder.
Meer beweging afdwingen?
Volgens Scherder zou niet bewegen ‘not done’ moeten worden in de maatschappij. Er ontstaan steeds meer initiatieven om ons in beweging te krijgen, maar het zijn er nog steeds niet genoeg. Scherder: ‘Inmiddels roken we niet meer in openbare gebouwen. Niet omdat rokers zelf graag buiten in de volle wind hun sigaretje willen opsteken, maar omdat roken in openbare gebouwen verboden is. Misschien moeten we bewegen ook op die manier afdwingen. Iemand die de lift naar de eerste of tweede verdieping neemt, moet onze ogen in de rug voelen priemen. In de meeste gebouwen van de Vrije Universiteit in Amsterdam is het bijvoorbeeld niet mogelijk om (zonder invalidepasje – red.) de lift naar de eerste twee verdiepingen te pakken.’ Zelf pakt Scherder elke kans voor een gezonder en vitaler Nederland met beide handen aan. Zo is hij ambassadeur van ‘Alles is gezondheid’, het Nationaal Programma Preventie waarbij ook ZonMw betrokken is. En hij geeft samen met oud-schaatser Ard Schenk en neurobioloog Dick Swaab gratis lezingen over het fitte brein. Met succes, want per keer komen daar duizend mensen op af. ‘Hoewel dat er nog geen zeventien miljoen zijn, is dat wat we willen. Veel meer mensen moeten ervan doordrongen zijn dat lichaamsbeweging goed is voor het brein.’
Onderzoek: Train de sedentary brain: move smart to reduce the risk of dementia
Projectleider: Prof. dr. E.J.A. Scherder, Vrije Universiteit (VU) Amsterdam
Samenwerkende partijen: Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), Lentis, Radboudumc, Kenniscentrum Sport, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Zorggroep Solis, Amstelring, Medux
Dr. ir. Liesbeth Preller is adviseur bij het Kenniscentrum Sport, één van de praktijkpartners binnen deze studie:
‘Rust roest, en dat geldt vooral voor ouderen. Omdat het aantal verpleeghuizen afneemt, blijven steeds meer ouderen met dementie thuis wonen. Maar ook dan moeten zij kunnen blijven bewegen. Deze beweegprogramma’s zouden daar heel goed bij kunnen ondersteunen. Bij bewezen effectiviteit van de beweegprogramma’s zullen wij kijken naar de beste manier om de programma’s zo snel mogelijk te implementeren. Dit blijkt in de praktijk lastiger dan je zou mogen verwachten. Vaak heb je meerdere samenwerkende partijen nodig om te zorgen dat programma’s goed gaan lopen en kunnen blijven lopen. En belangrijk is ook dat financiering goed geregeld wordt. Dat blijkt vaak een grote hobbel. Het Kenniscentrum Sport is bij dit onderzoek betrokken om ervoor te zorgen dat de onderzoeksresultaten goed worden verspreid en daadwerkelijk in de praktijk kunnen worden toegepast.’
Het gezicht van dementieonderzoek
ZonMw en Deltaplan Dementie geven de projecten van onderzoeks- en innovatieprogramma Memorabel een gezicht door de projectleiders aan het woord te laten. Zij vertellen over hun ambities, te verwachten resultaten en samenwerkingsverband. Wat draagt hun onderzoek bij aan de doelen van het Deltaplan Dementie. Het voorkomen en genezen van dementie, betere dementiezorg én een dementievriendelijke samenleving. Dit is de elfde publicatie in deze reeks.
0 reacties